Galileo (hier vind je ook nieuwtjes over de NVWS, afd. Zuid-Limburg. Dit is niet haar officiële website.)

 

 


 

NVWS afdeling Zuidlimburg.

De naam van onze club is Galileo, ons blad heet DE Sterrenbode.

Nr. 100 van De Sterrenbode verscheen augustus 2005.

In maart 1610 verscheen in Venetië een klein boekje, De Sterrenbode, geschreven door de toen 46 jarige Galileo. De publicatie van dit boekje markeert het punt van waar af we zien, waarover we het hebben, als we over ons zonnestelsel, de sterren en de kosmos praten. Het boekje was het prospectus dat wonderen beloofde als de mens maar deze reis langs de hemel wilde ondernemen.

November 1609, Galileo richt zijn kijker op de maan en ontdekt daar wonderbaarlijke dingen. Volgens zijn eigen woord is de kijker ontdekt in Holland en door hem opnieuw ontworpen. Het is duidelijk dat dit overdreven is en dat hij van de werking van de kijker geen goed idee heeft. Hij gaat nog van een oude voorstelling uit, dat stralen van de ogen uitgaan naar het object om dat af te tasten, zoals duidelijk blijkt uit de beschrijving van de telescoop in de Sterrenbode! Maar hoe dan ook, hij is erin geslaagd een instrument te bouwen waarmee hij de ontdekkingen kon doen, die hij gedaan heeft.

De volgorde der dingen in Venetië was de volgende: Een kijker die drie maal vergrootte was in de zomer van 1609 in Venetië al te koop. In augustus had Galileo een kijker gemaakt die drie keer beter was. Waarschijnlijk ging hij uit van het zwakke (speelgoed?)instrument dat te koop was. Deze verbeterde kijker bood hij aan de Senaat van Venetië aan. Deze was zo onder de indruk van de prestatie ervan, dat Galileo's tijdelijke aanstelling als wiskunde professor in Padua omgezet werd in een definitieve benoeming en zijn salaris verdubbeld werd. ( Met dank aan de heer Peter Louwman die mij een gedeeltelijke fotokopie heeft toe gestuurd van "The Invention of the Telescope" door Albert Van Helden.)

Galileo moet aan de verbetering van het instrument in de volgende maanden voortdurend hebben door gewerkt, zodat hij in de winter van 1609 /1610 zijn beroemde ontdekkingen kon doen. We weten dat Galileo 30 november 1609 twee nauwkeurige tekeningen maakte van het oppervlak van de maan. Hij berichtte een paar maanden later in de Sterrenbode zelf over de eerste verschijnselen die hij waarnam:

Galileo: "Bij nieuwe maan heeft de sikkel van de wassende maan allerlei grillige uitsteeksels die verlicht zijn tot in de schaduw aan de andere kant van de terminator. Er blijken op de maan bergen en kraters te zijn. Iedereen heeft al altijd kunnen zien, dat er "schaduwen" op de maan waren. Maar toch heette het volgens vele filosofen dat de maan volkomen gaaf en glad was. Dat blijkt dan nu onomstotelijk weerlegd."

Het verslag in de Sterrenbode over de maanobservaties is bladzijden lang en hij komt voor de hoogte van sommige bergen met berekeningen van 6600 meter. Galileo valt van de ene verbazing in de andere als hij in de maand december 1609 met zijn kijker overal sterren ontdekt waar ze met het blote oog niet te zien zijn en als zijn kijker de melkweg oplost in myriaden van sterren. Hij geeft beschrijvingen en tekeningen van zwaard en gordel van Orion, van het hoofd van Orion, van het zevengesternte en van de kribbe.

Als hij ten slotte in januari 1610 de vier manen van Jupiter ontdekt, beseft hij het onomstotelijke bewijs te zien, dat niet alle hemelobjecten om de aarde draaien. Galileo noemt de manen de Cosmiaanse sterren ter ere van Cosimo de Medici! De waarnemingen lopen van 7 januari 1610 tot 2 maart 1610. Ook hier nauwkeurige beschrijving van de waarnemingen, met uiterst preciese tekeningen.

Hij heeft haast om te voorkomen dat iemand hem voor zou zijn met deze ontdekkingen aan de hemel en de Sterrenbode verschijnt nog in de maand maart 1610. De publicatie betekent ook dat Galileo nu openlijk in het kamp van de aanhangers van Copernicus terecht komt. Hij verkondigt als zijn mening dat nu ieder moet zien de aarde niet het middelpunt van het heelal is. Tegenstanders van Copernicus redeneerden ook nog, dat een bewegende aarde de maan nooit in een baan kon vast houden. "Nu kijk eens naar Jupiter, ieder weet dat Jupiter beweegt en toch houdt de planeet die vier manen vast", was zijn redenering.

Galileo droeg de Sterrenbode op aan Cosimo II de Medici (12 mei 1590 - 28 februari 1621), Groothertog van Toscane van 1609 tot 1621. Hij was de oudste zoon van Ferdinando I de' Medici en Christina van Lotharingen. Galileo aasde namelijk op een baan als filosofische (!!) hofmathematicus bij deze groothertog in zijn residentiestad Florence. Tussen losse bladen die niet tot de Sterrenbode behoren, o.a. de tekening van de maan van 30 november 1609, is ook een blad gevonden met een horoscoop van Cosimo. Een horoscoop door een bekende astronoom was een beproefd middel om in het gevlei bij hoge heren te komen. En inderdaad hij kon zijn professoraat in Padua opgeven voor het ambt van hofmathematicus. Het is overigens de enige horoscoop die Galileo ooit getrokken heeft. Cosimo was vereerd met de opdracht van de Sterrenbode aan zijn persoon en overtuigd van de juistheid van Galileo's bericht in de Sterrenbode.

Johannes Kepler betuigt vanuit Praag zijn instemming en waardering met zijn: Dissertatio cum Nuncio Sidereo. Galileo is zeer blij met Kepler's reactie. Immers nog een maand na de publicatie van de Sterrenbode hadden de filosofieprofessoren Cremoni en Libri, in Bologna, in het huis van professor Magini, geweigerd door zijn kijker te kijken. "Hoe de hemel er uit ziet hebben Plato en Aristoteles ons geleerd!"

Van Galileo's kijkers zijn er bewaard gebleven. De beste is 97 cm lang, het objectief met een middellijn van 3,7 cm, door diafragma effectief 1,6 cm, heeft een brandpuntsafstand van 95,6 cm, de kijker vergroot circa 20 x. Het oculair van de kijker heeft een middellijn van 2,2 cm, door diafragma 1,6 cm. Het veld is slechts 15 minuten, oplossend vermogen 10 seconden. Dus in dat veld moest men een grotere punt en vier miniscule stipjes kunnen (en willen!) onderscheiden. Overigens wordt vooral het verkleinen van het beeldveld door de diafragama's, als een belangrijke techniek gezien, waardoor de prestatie van zijn kijker beter werd. Maar anderen hebben wel over de kijker gezegd: "Het is niet alleen verwonderlijk dat Galileo de maantjes zag en hun positie kon optekenen, maar allereerst dat hij Jupiter zelf in het gezichtsveld van zijn kijker kon krijgen."

Zo kon het gebeuren dat er een boekje tegen Galileo's Sterrenbode verscheen: Pelgrimstocht tegen de Sterrenbode, Peregrinatio contra Nuncium Sidereum, door ene Martin Horky. Horky beweerde dat de vage lichtpuntjes die in de kijker te zien waren valse lichtreflexen waren. De Pelgrimstocht was opgedragen aan de professoren van Bologna! Inderdaad: ziende blind en horende doof.

Om het geestelijke klimaat te schetsen even naar het werk van Copernicus. Zijn boek , De Revolutionibus (1543), kwam in 1616 voorlopig op de Index, tot dat het gerevisioneerd zou zijn door de Kerk. Dat gebeurde in 1620: de rechtgeaarde katholiek moest bepaalde gedeelten schrappen en op aangegeven plaatsen de tekst veranderen. Galileo's originele exemplaar van de Revolutionibus is terug gevonden. Hij had de verplichte doorhalingen zo aangebracht, dat hij de tekst eronder goed kon lezen. De aanvullingen waren door hem met de hand ingelast, zoals voorgeschreven.

Galileo haalde zich in 1632 door een werk: Dialogo di Galileo Galilei sopra i due Massimi Sistemi del Mondo Tolemaico e Copernicano (Dialoog over de 2 belangrijkste wereldsystemen, dat van Ptolemaeus en dat van Copernicus ) het ongenoegen van de kerkelijke machthebbers op de hals. Hij had door de wat spottende toon van het werk alle goodwill verspeeld en moest in 1633 Copernicus' leer afzweren. In de dialoog verwoordde ene Simplicio -!!- het oude standpunt, Salviati de nieuwe ideeen, Sagredo was een meestal luisterende, moderne toehoorder. Galileo kreeg huisarrest maar publiceerde nog het belangrijk werk, Discorsi e domonstrazioni matemachine intorno a due nuove science. Er traden dezelfde personen in op als in de Dialogo. Het boek bestreed de bewergingsleer van Aristoteles en voerde over beweging nieuwe ideeën in, die Newton hielpen bij de formuleringen van zijn Principia. Het boek werd naar Leiden gesmokkeld en daar in 1638 gepubliceerd.

(Galileo * 15. Februar 1564 in Pisa; † 8. Januar 1642 in Arcetri bei Florenz)

Nota Bene!! Er zijn in onze club minstens 3 exemplaren van de Sterrenbode vertaald in hetNederlands ter beschikking. Één bij Servé en twee bij mij. Verder heeft Servé nog een heel mooi, zeer lezenswaardig vervolg geschreven: Sterren Kijken

( geschreven door edy bij het honderdste nummer van onze "Sterrenbode".)


De belangrijkste lieden blijven in de schijnwerper!!

Het bestuur van afdeling Zuid Limburg van de NVWS ( Nederlandse Vereniging Weer- en Sterrenkunde ) op 7 januari 2005. Van links naar rechts: Ton Baten; Servé Vaessen, secretaris; Martien Jacobs, voorzitter; Ludy Jongen en Math Heijen, penningmeester.

h

.... ... ..

Ledenbijeenkomst 13 januari 2006

Math demonstreerde zijn zonnekijker, coronograph, met een verhaal over de zonnevlekken en protuberansen.

Hans Goertz demonstreerde met onovertroffen eenvoud hoe met eenvoudige software en eenvoudige middellen ( nou ja, als je dat kanon van hem bekijkt!) zonder ingewikkelde berekeningen prachtige foto's van de maan ( en planeten? ) te verkrijgen zijn.

Ik had het, als laatste, over Govert Schilling's artikel over het zonnestelsel: DE onvoorstelbare diversiteit van het zonnestelsel, Scientific American, Nederladse editie nr. 1 2005. Het voorkomen van silicium interesseerde mij daar het meest, omdat G.S. in zijn artikel even de indruk wekt dat daarvan niet zo veel zou zijn. Dit heeft consequenties voor onze ideeën wat andere aardes in het heelal, betreft. Het is niet een artikel van omverwerpende gedachten, maar zet wel aan het denken.

 

Theoriegroep vrijdag 27 januari 2006.

. Op deze dag stierf ook Bernard Leenders, ons trouwe lid.

 

 

Verder beneden samenvatting van artikel en betogen van de verzamelde geleerden! Maar eerst prachtige beelden die we van planetaire nevels hebben. Eenvoudig gezegd: een ster als onze zon stoot in een late spectaculaire levensfase schillen gas naar buiten die, als de kern heet genoeg geworden is, door extreem heet ultraviolet lecht geïoniseerd worden en schitterend gaan stralen zoals hier op de foto's te zien.

Beneden 1) M 27. : De eerste aanwijzing van wat er van de zon uiteindelijk wordt kreeg men onbewust in 1764: Charles Messier stelde een lijst van vage objecten samen om die niet met kometen. Het 27ste object van Messier's lijst, nu bekend als M27 of de Halter nevel is een planetaire nevel. Zo zal pnze zon eruit zien over vele milliarden jaren. We kijken van opzij tegen deze nevel die daardoor op een halter lijkt. ( In Vosje.)

Beneden 2) Helix nebula.: Zal onze zon er ooit zo uitzien? De Helix Nevel is het dichtst bijzijnde voorbeeld van een planetaire nevel die op het einde van zijn evolutie ontstaat uit een ster zoals onze zon. We kijken van voren op deze nevel die daardoor iets van een spiraal weg heeft. De resterende centrale sterkern, die bestemd is om een witte dwerg te worden, gloeit zo sterk dat hij de eerder uitgeworpen gasschillen doet fluorisceren. ( Waterman, 450 lj)

1) M 27. Zij aanzicht van een planetaire nevel.

. 2) Helix nebula. . Bovenaanzicht van een planetaire nevel. (Plaatje rechts van Spitzer). De Helixnevel (NGC 7293) in Waterman op 650 lichtjaar in 1824 ontdekt door de Duitse astronoom Karl Ludwig Harding.De Ringnevel in het sterrenbeeld Lier is het klassieke voorbeeld van een planetaire nevel. Antoine Darquier ontdekte hem in 1779 met een 7« cm telescoop. De nevel wordt ook wel aangeduid met M 57 of NGC 6720. Dat wil zeggen nevel 57 uit de beroemde kata logus van Messier of nevel 6720 uit de New General Catalogue van Dreyer. Ring nevel en Helix nevel lijken veel op elkaar, planetaire nevels met beide een bovenaanzicht. De blauwe schijn in de Ringnevel zou helium zijn, Helix nevel eveneens.

 

Planetaire Nevels: Hubble Space Telescope

. . Het lijken wel kosmische vlinders, een beetje groot en ver weg, maar wel zo fraai en veelkleurig. De tekst zegt: Zoals een vlinder opduikt als zijn cocon afgeworpen wordt, worden planetaire nevels gevormd als een rode reus zijn buitenste wolkenlagen van lichtgevend gas naar buiten werpt, terwijl hij de dichte, hete en kleine witte dwergster in zijn kern onthult. Much as a butterfly emerges when its chrysalis is ejected, planetary nebulae are formed when a red giant star ejects its outer layers as clouds of luminescent gas, revealing the dense, hot, and tiny white dwarf star at its core.

De eerste aanwijzing van wat er uiteindelijk met onze zon gebeurt werd onbewust ontdekt in 1764. Charles Messier was een lijst aan het samenstellen van vage objecten om die niet met kometen te verwarren. Het 27. object was de Halternevel ( Dumbbell nebula, M 27). Als de waterstof kernfusie stopt zal eerst de zon krimpen, het waterstof in een schil buitenom de heliumkern zal door de toegenomen druk "ontbranden": Rode Reuze fase begint! Daardoor worden de buitenste lagen gas naar buiten gedreven. De zon wordt 1000 X groter. De kern blijft krimpen, de druk binnen in de zon wordt dus groter, door die toegenomen druk kan het helium gaan fuseren ( tot koolstof): Horizontale Reuzentak. Daardoor wordt de druk naar buiten weer verhoogd en het evenwicht hersteld tussen de zwaartekracht ( druk naar binnen ) en de naar buiten gerichte kracht van het fuserende helium. Is er in de kern geen helium meer dan verplaatst de fusie zich naar een schil rond de koolstofken. AGB ster, honderden malen de oorspronkelijke straal. Helium raakt op de sterkern krimpt. Daardoor neemt de druk op het waterstof rondom de heliumschil genoeg toe om het waterstof te doen fuseren tot helium. Dat helium klontert samen rond de kern, grotere druk: helium flits. De naar buiten gerichte druk neemt toe, er treedt evenwicht op, d.w.z. de druk neemt af, er wordt geen helium meer verbrand, maar voor waterstof verbranding is de druk groot genoeg. Die verbranding voegt weer helium toe aan de heliumschil die daardoor de kritische grens van ontbranding bereikt. Er ontstaat een afwisselende verbranding van Helium en Waterstof: Thermische pulsen: koolstof, stikstof en zuurstof worden opgewoeld! ( of: dredged up = opgebaggerd !) De ster wordt instabiel: een Mira-variabele. Massa wordt voortdurend in stoten/pulsen afgestoten. Kern wordt zo tot 100 000 graden heet zodat het gas in de schillen rond de ster geïoniseerd raakt : een planetaire nevel is zichtbaar, foto 1) van opzij; foto 2) van boven. Het waterstof raakt letterlijk op, een witte dwerg blijft over. Door afkoeling blijft uiteindelijk een klein koud object over.

Dit ter goedkeuring van de leden van de Theoriegroep.


10 en 11 maart 2006, Sterrenkijkdagen in Sittard aan het Graaf Huyn College. 2X 40 bezoekers. Veel info voor bezoekers: bladen, posters en maanmonitor. Veel kijkers, tweede dag ook buiten.Vijf lezingen: Eerste dag: Het zonnestelsel ( Servé), Orion (Edy), Reis naar de Maan ( Jules Verne en zijn vriend Leo). Tweede dag: Sterren, geboorte en dood( Servé) De maan ( raad eens : T.B. Willen deze expert als geheim agent aanhouden


De jaarvergadering van 2006 op 17 maart 2006 in Het Trefpunt, Berg en Terblijt. Het was een goede vergadering: )Penningen in orde, dank aan Math. ... )Goede afspraak over 2 ledenbijeenkomsten per jaar met twee lezingen van een half uur, zodat Leo, Ton, Huub, Math en anderen wat kunnen bijkletsen. ... ) Terugblik op geslaagde sterrenkijk dagen, daarover zullen we nog doorpraten. ... )Wat veel te veel gepraat over afvaardiging naar algemene vergadering. ... en...) Heel jammer dat Ludy zich terugtrekt uit het bestuur. Gelukkig blijft hij wel werk doen voor het bestuur. ...)Huub Willems zal het bestuur gaan versterken. Alleen zijn kandidatuur is niet precies volgens de regels op tijd ingediend. Daarom zal op 22 april, na de lezing, een korte bijzondere algemene vergadering belegd worden, waar de leden zich officieel over de kandidatuur kunnen uitspreken. ...) Niet te vergeten, Angelo gaat de technische staf van onze website versterken. ...)enne ... Waar was Manon? Zij maakte een val maakte ergens aan de westkust van Australië, goede beterschap, Manon.

Het bestuur druk bezig: Ton bekijkt maankaart. ........... Math heeft de penningen in orde! Gerust geweten!

Martien: "Allez Ser". Servé: "Fotograaf schiet op"

 

.... ..

. >>Ludy, de voorzitter dankt je, namens ons! ... en die duim: Ludy, duim op!